maandag 19 mei 2014

Buiensituatie 20 - 21 mei 2013 (dinsdag)

Tussen een complex lagedrukgebied boven de atlantische oceaan en een hoog in het oosten wordt een Spaanse pluim-achtige setup opgezet waarbij warme lucht naar ons wordt geadvecteerd vanuit het zuiden. Op het watervaporkanaal is dit duidelijk te zien waarbij we de trog ten westen tot noordwesten van het Iberisch schiereiland vinden.

Onderheven aan steile lapse rates is de aangevoerde luchtmassa steeds onstabieler van aard naargelang de forecastperiode vordert (20 - 21 mei). Met een mixing-ratio ietwat aan de lage kant blijft de CAPE ook aan de lage kant terwijl het het koufront morgen de benelux nadert vanuit het Westen.

Verwacht wordt dat er in de loop van de 2 dagen door de trage oostelijke progressie van het front convectie zal worden getriggerd dewelke door de onstabiliteit waarschijnlijk zullen vergeld worden van ontladingen en onweer.

De huidige denkpiste is dat er buien zullen ontstaan langs het CAPE gradiënt bij toenadering van een vorticity-lobe die vanuit het zuiden richting het noorden trekt... Eén grote valkuil is de locatie van de upper-level forcing. De vorticiteit verantwoordelijk voor de PVA blijft in de modellen staan, maar diens locatie fluctueert constant van west naar oost en terug.

Wanneer de PVA in superpositie komt met de boundary lijkt ons het moment waarop de convectie het gemakkelijkst getriggerd kan worden.


Afhankelijk van fluctuerende boundary-orientatie kunnen we een buienmode zien met een lineair karakter alsook eerder geïsoleerde cellen. De windschering neemt vanaf morgenavond toe waardoor ook de organisatie van deze buien ook sterker en sterker kan worden. De hoge heliciteitswaarden ondersteunen in principe supercels, zeker richting de late dinsdagavond maar vooral woensdag (die forecast komt in de loop van morgen).

Afhankelijk van de buienmode (mede door de exacte oriëntatie van de surface boundary) moeten we dus uitkijken wat de situatie brengt. Indien de buien een eerder geïosoleerd karakter bezitten kunnen die hoe later op de avond uitgroeien tot sterke exemplaren en eventueel supercellulaire processen ontwikkelen, terwijl een lineaire vorm eerder multicel-structuur kan ondergaan onder de vorm van een squall line/MCS met de orientatie langs het traag oostelijk progresserend koufront.

Indien een lineaire structuur wordt gehandhaafd vinden we de grootste mogelijkheid op supercels dan mogelijks aan het einde van de lijn (tail-end charlie's).

Mogelijks vinden we nog een speler in het spel: namelijk het seabreeze-front: de grens tussen de landbreeze & de seabreeze, dewelke zich vandaag ook op satelliet toonde. Dit geeft ons mogelijks een extra focus voor convectie... Al bij al dus een complexe en moeilijke forecast.

Het loont om morgen de surface observations & de satellietbeelden te bekijken om de boundaries te kunnen spotten, alsook de telltale signaturen van PVA (lichte cirrus & midlevel clouds).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten