maandag 5 mei 2014

Buiensituatie dinsdag 6 mei 2014

Na de neerslag morgen bij passage van een koufront wordt er een tweede impuls verwacht die na de opklaringen 's middags een buiensituatie promoot, onderhevig aan sterke scheringswaarden en een ietwat matige instabiliteit. Aan de neus van een theta-e uitloper zullen er mogelijks langs diens NNO-ZZW tot NO-ZW geörienteerde as buien ontstaan die zich naarmate de convectieve event vordert kunnen structureren in een buienlijn.





De windschering en diens oriëntatie op de boundaries geeft een sterke indicatie om een gestructureerde buienlijn te verwachten die via Noord Frankrijk langs het ZW van de Benelux met een noordelijk component het oosten van de Benelux verlaat. De convectieve gebeurtenis geniet een instabiliteit van enkele 100 J/kg terwijl de sterkte van de windschering hoge waarden behaalt.





Aangezien het rechte windscheringsprofiel en de afwezigheid van sterkere low level stormrelatieve wind is de kans op supercels niet substantiëel, doch bestaand... althans op locaties waar de buien discretie genieten. Buien kunnen omwille van de heliciteitswaaren in de 100 - 200 m²/s² range gerust rotatie ontwikkelen, indien zij van de gewone stormmotion naar rechts beginnen afwijken in een traject die de betere heliciteit oplevert en zij niet verstoord worden door nabije buien.





De relatief hoge SRH in combinatie met de CAPE geeft ons volgens de methode van het SPC (Storm prediction center: waar de shear-term als "check" fungeert) als resultaat voor de Supercel Composite-formule een verhoogd SCP-signaal. Deze setup ondersteunt in principe de vorming van supercels maar hun ontstaan is dus zoals vermeld afhankelijk van de stormmotion en de discretie van de buien.

De buien zijn mogelijks vergezeld van hevige windstoten en zware neerslag op korte tijd. Door de lage cloudbases is een tornado ook niet uitgesloten. De relatief hoge treksnelheid van de buien dijkt het gevaar van wateroverlast iets in, maar de hoge PWAT gebiedt toch enige waakzaamheid, zeker in geval van "training" waarbij verschillende buien in successie over dezelfde locatie trekken.





De trigger vinden we in een upper level feature in de vorm van een trog die zich laat gelden in de lagere niveaus en invloed uitoefent op de aanwezige low-level boundaries. We zien duidelijk sterke vorticiteitsadvectie van over Frankrijk naar de Benelux. De opwaartse beweging die daarmee gepaard gaat is de trigger en fungeert als modulator voor de buien die zich langs de low level boundaries zullen oriënteren.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten